Blog

image_pdfimage_print

Nederlands aan de apotheekbalie

02-07-2024 8 billen

‘U krijgt 8 billen’, ‘Met een geel glas water’, ‘Met wat bloot’.
Deze informatie aan de apotheekbalie kan verwarring geven bij patiënten.

Het probleem ligt erin dat sommige anderstaligen bepaalde klanken niet goed kunnen uitspreken, zoals de p (bijvoorbeeld bij Syriërs), de h (bijv. bij Oekraïners) of de r (bijv. bij Chinezen). Dat komt in eerste instantie omdat ze het verschil niet horen tussen een p of een b, een h of een g en een l of een r.

Maar oefening helpt!

15-05-2024 Kepputtur

Valt het  jullie ook op dat veel anderstaligen de woorden ‘het’ en ‘er’ vaak weglaten?
Als docent van de cursus Nederlands aan de apotheekbalie ben ik gefascineerd door dit fenomeen.
Nederlanders spreken deze twee kleine woordjes bijna ongemerkt uit: ‘hepput’ in plaats van ‘heb het’, of ‘issur’ in plaats van ‘is er’.
Grammaticaal gezien zijn het gebruik van  ‘het’, en zeker van ‘er’, niet altijd logisch. En als je ze dan ook nog nauwelijks hoort, is het begrijpelijk dat je ze helemaal niet zegt.
Dan is het ‘ik heb moeilijk mee’ in plaats van ‘’ kepputtur moeilijk mee’.

11-03-2024 Vandaag het druk is.

Zelf zijn we het ons vaak helemaal niet bewust, maar de woordvolgorde in het Nederlands is best onlogisch. Als we bijvoorbeeld een buitenlander nadoen, draaien we woorden om: ‘Ik dat niet doen’ of ‘Vandaag jij komt’.

Nederlands is een van de weinige talen die zo onlogisch met de woordvolgorde omgaat.

In het Engels zeggen ze bijvoorbeeld: ‘It’s busy in the pharmacy.’ en ‘Today it is busy in the pharmacy.’ Dus eerst onderwerp, dan gezegde. In het Nederlands keren we onderwerp en gezegde soms om. ‘Het is druk in de apotheek.’ maar ‘Vandaag is het druk in de apotheek.’

Mensen met Nederlands als moedertaal doen het vanzelf goed. Zij horen het al van jongs af aan. Maar als je een andere moedertaal hebt, kan het knap lastig zijn dit te leren.

30-01-2024 Voorzetsels 2

Vandaag ontving ik een sms van een oplettende cursist. De vraag was hoe het voorvoegsel ‘aan’ de betekenis van het daaropvolgende werkwoord verandert. Als het zo eenvoudig was, zou het Nederlands veel gemakkelijker te begrijpen zijn voor niet-moedertaalsprekers! Maar hoe verschilt ‘aankleden’ van ‘kleden’, ‘aanhebben’ van ‘hebben’, ‘aandurven’ van gewoon ‘durven’ en ‘aankunnen’ van ‘kunnen’? En dan hebben we het nog niet eens over de veelgebruikte termen in de apotheek zoals ‘aanschrijven’, ‘aanbrengen’ en ‘aanvullen’.

24-11-23 Telefoonalfabet

‘De A van Anna, de S van Simon, de C van Cornelis, de A van Anton en de L van Lodewijk’. Een telefoonalfabet is nuttig wanneer het moeilijk is om onderscheid te maken tussen bepaalde klanken, zoals ‘W’ en ‘V’, ‘B’ en ‘P’ of ‘A’ en ‘AA’. In veel talen bestaan die verschillen immers niet.

Lastig voor apothekers en apothekersassistenten die Nederlands niet als moedertaal hebben.

Vorige week hebben we in de cursus Nederlands aan de apotheekbalie telefoongesprekken geoefend en daarbij het telefoonalfabet gebruikt. Veel gebruikt bij achternamen, maar misschien ook handig voor het goed overbrengen van een geneesmiddelnaam zoals Ascal!

22-09-2023 Voorzetsels 1

Voorzetsels! Staat de apotheekmedewerker of de patiënt ‘aan’ de balie? Of staan ze misschien ‘ervoor’,  ‘erachter’ of zelfs ‘erop’? Net zoals ikzelf worstel met voorzetsels in het Engels, ervaren anderstaligen dit in het Nederlands. Elk voorzetsel kan een heel andere betekenis hebben. In de apotheek gebruiken we bijvoorbeeld termen als uitvullen, bijvullen, invullen, aanvullen, navullen, opvullen en gewoon vullen…. Het is zeker niet eenvoudig om te weten welke je wanneer moet toepassen!

21-08-2023 Zijn Nederlanders bot?

Vast wel, maar in hun woordkeus niet als ze wat van je gedaan willen krijgen. Dat gaat bijna nooit direct, maar via een omweg. Ze willen de ander niet voor het hoofd stoten en hem of haar in elk geval de índruk geven te mogen weigeren!
Daar komen dan zinnen uit als ‘Zou u eventueel even willen wachten?’ In veel andere culturen is het volkomen normaal en absoluut niet bot om te zeggen ‘Wacht hier’. En dat vinden Nederlanders dan weer bot.
Tegelijkertijd zijn ze wel zwaar beledigd als het antwoord op zo’n subtiele vraag botweg ‘Nee’ is! Dat is dan óók weer niet de bedoeling.

01-08-2023 In de lappenmand

Stel je voor dat je als anderstalige in een apotheek werkt en je spreekt al goed Nederlands. Maar dan komt er een patiënt die zegt dat ze ‘in de lappenmand zit’, ‘zich op de teentjes getrapt voelt door de arts’, of ‘uit het veld geslagen is’ omdat haar medicijn niet voorradig is. Wat bedoelt ze nou precies? Moet je haar serieus nemen of gebruikt ze een uitdrukking om haar emotie te laten zien? Hoe reageer je dan?

Dit soort voorbeelden komt aan bod in de cursus Nederlands aan de apotheekbalie.

21-07-2023 Met Morfine

Stel je voor dat je bij de apotheek komt en de medewerker zegt: “Hier is uw ‘mefrmien’”. Je denkt dat je morfine krijgt, een sterke pijnstiller. Maar eigenlijk gaat het om metformine, een medicijn voor diabetes. Daarom is het zo belangrijk dat apotheekmedewerkers medicijnnamen goed uitspreken. Zo kunnen patiënten de namen onthouden, herkennen en correct gebruiken.